En dan heb je het er nog niet eens over gehad dat je God met een hoofdletter dient te schrijven...
niet altijd
alleen als je 't over Hem hebt
god (de ~ (m.), ~en)
1 bovenmenselijk, machtig en aanbiddelijk wezen [bij polytheïstische volkeren] => godheid
God (de ~ (m.))
1 het Opperwezen, de Schepper, de Geest waardoor en waarin alles is, zoals Hij bij monotheïsten, vooral bij joden en christenen genoemd wordt => de alfa en de omega, de Allerhoogste, de Almachtige, de hemelse Vader, de Opperste Rechter, Heer, Heer der heerscharen, Onze-Lieve-Heer, Opperheer, Vader
zie hier mijn bewijs
( bron:
www.vandale.nl )
Maar wel zonder mij
als ik een extrra kaartje had, was je echt meegeweest..