Zolang er meer lage kaarten dan hoge zijn vind ik het niet vreemd dat er een lage kaart getrokken wordt.
De kans per beurt op een hoge kaart is klein, maar de kans dat er 10x na elkaar geen enkele hoge kaart (meer dan 300) getrokken wordt is ook (heel) klein.
Een voorbeeld dat dit heel duidelijk maakt is het bekende “Birthday Problem”
Wat is de kans dat in een klas van 23 personen er minstens 2 personen zijn die dezelfde verjaardagsdatum hebben? Intuïtief zou je denken “heel laag!” want er zijn immers 365 dagen in een jaar.
Je start met persoon 1 en voegt telkens iemand toe aan de klas tot N=23.
De individuele kans dat de persoon die je toevoegt een zelfde verjaardag heeft als 1 van de mensen die al in de klas zitten is telkens heel laag, en wordt nooit hoger dan 22/365 (6%).
Toch is de kans dat er minstens 2 personen op dezelfde dag jarig zijn in een klas van 23 hebben groter dan 1/2, nl. 51%.
Dat is hier hetzelfde.
Ivm molpunten toekennen hier: als de kans van wat we zien gebeuren (10 lage kaarten na elkaar) 6,5x groter is bij Comfort als mol tov Comfort als kandidaat, dan is het logisch om een molpunt toe te kennen.
Bij andere mogelijke molacties die we zien zal die kansratio mol versus kandidaat vaak lager liggen. 1 molpunt is hier wellicht nog mild 😉.