De laatste dag
Mijn examen is nog niet klaar,
maar ik moet weg,
ik wil weg,
iedereen is al weg,
Alleen zij niet,
gelukkig is ze er nog,
gelukkig nog iemand om afscheid van te nemen,
Ik breng haar naar het station,
wacht! ik breng je wel naar Arnhem,
eigenlijk hoef ik er niet heen,
maar dat hoef jij niet te weten,
Als we bijna in Arnhem zijn,
begin ik je al te missen,
en eigenlijk niet alleen jou,
maar met jou de hele school,
je bent het laatste beetje school wat nog bij me is,
Ik moet dit moment uitstellen,
wopperproppen misschien?
Jij betaald,
want ik heb geen geld,
eigenlijk heb ik liever niet dat je betaald,
maar anders ga je misschien weg,
We hebben het op,
en lopen richting het perron,
ik voel alles al weg gaan,
het duurt nog maar enkele seconden,
dan is het voorbij,
Voorbij?
het is nog maar het begin,
dit gaat nog heel lang duren,
nog minstens een half jaar,
maar voor treuzelen is nu geen tijd,
Want mijn trein komt binnen,
ik wil niet weg,
maar blijven kan niet,
nog even een knuffel,
en ik haast me naar de trein,
Voor de trein sta ik even stil,
kijk achterom,
je zwaait even,
ik zwaai terug,
draai me om,
en loop de trein in,
Een traan dwarrelt over mijn wang,
ik denk,
tot over een half jaar,
ja, tot over een half jaar,
dan zullen we elkaar weer zien,
tot dan dame,
tot dan.