Globaal genomen werkt het repareren en het betalen voor die reparatie buiten de garantieperiode als volgt:
Aangenomen dat je een garantie hebt van 2 jaar, waarbij de levensduur van een televisie op 5 jaar (erg kort vind ik, maar dit is een gemiddelde) gesteld wordt, zou het redelijk zijn om 50% van de reparatiekosten op je te nemen, de andere 50 procent horen dan voor rekening van de winkelier (dan wel fabrikant) te komen. Er wordt namelijk vanuit gegaan dat je de helft van de tijd dat de tv ''geacht wordt'' probleemloos te functioneren, wel hebt kunnen kijken. Het defect trad op in het derde jaar dat je je televisie in gebruik hebt (of had). Vandaar dat ik op die 50% kom. Je zou het percentage beter kunnen berekenen als je de aankoopdatum nog weet, en de dag dat het defect zich voordeed.
Dat percentage hangt een beetje af van het merk, de prijs (bij een tv van een onbekend merk die je voor 250 euro hebt gekocht, gelden andere normen dan bij een duur apparaat van een A-merk). Maar het is een soort ''vuistregel'' dat je op deze manier mag rekenen.
Bijvoorbeeld bij wasmachines ligt het anders. Daar mag je op een gemiddelde levensduur van 8 jaar rekenen (met de bijbehorende percentages).
Jij zit met een kapotte tv, dus hoe het nou met wasmachines zit, daar heb je niet veel aan. Maar wat ik ermee aangeef: een winkelier mag niet zomaar alle verantwoordelijkheid afwijzen, wanneer de garantieperiode verstreken is. Daar heeft het nog niet zo heel lang geleden aangepaste consumentenrecht een stokje voor gestoken.