Ik had me voorgenomen om niet meer op dit onderwerp te reageren, maar het bericht van Rämon in het algemene seizoenstopic - waarin hij de persoonlijke aanval ('je begrijpt het punt totaal niet', 'schaamtelijk' (sic), 'Maar jullie doen alles op statistiek volgens mij, jullie hele leven') niet schuwt - noopt me toch tot een laatste reactie.
Ik wil best 'wit' zeggen in plaats van blank (althans in dit topic) als de aanzwengelaar van de discussie dat liever heeft. Ik wil ook best 'mensen van kleur' zeggen als dit m.i. niet erg fraaie anglicisme andere deelnemers aan de discussie een fijn gevoel geeft.
Wat ik echter niet zal doen, is het opzij zetten of negeren van controleerbare feiten ten faveure van 'het menselijke, het gevoel'.
Er werd een nogal boude stelling ingebracht, namelijk dat er in WIDM niet divers genoeg gecast wordt waar het op huidskleur aankomt. Met andere woorden: witte mensen zijn (al dan niet zwaar) oververtegenwoordigd in de kandidatengroepen. Dat houdt automatisch de beschuldiging in dat mensen van kleur (al dan niet zwaar) ondervertegenwoordigd zouden zijn in WIDM.
De enige objectieve manier om representatie of vertegenwoordiging te meten is toch echt de statistiek. Dat betekent dat je naar de etnische of culturele samenstelling van een land kunt kijken om die vervolgens af te zetten tegen de etnische of culturele samenstelling binnen de kandidatengroepen van WIDM, en of tussen die beide cijfers verschillen te constateren zijn. Het gaat immers om – en ik citeer – ‘weerspiegeling’.
In Nederland worden - gelukkig! - geen gegevens bijgehouden over huidskleur van licht naar donker of omgekeerd. Wél zijn er data bekend over het aantal inwoners van Nederland met een niet-Westerse migratieachtergrond. Dat getal bedraagt momenteel 13.9% (Bron: CBS). Binnen die 13.9% bestaat uiteraard een brede variatie aan huidskleuren, van ‘white passing’ (om het maar eens in jargon uit te drukken) mensen van bijvoorbeeld Turkse komaf, tot mensen met een zeer donkere tint uit bijvoorbeeld Zuidoost-Afrika. De verhouding tussen al deze huidskleuren wordt – wederom: gelukkig maar – nergens geregistreerd. Hoe deze mensen zichzelf noemen is uiteraard een persoonlijke zaak, maar het lijkt me een veilige aanname dat de overgrote meerderheid van de mensen met een niet-westerse migratieachtergrond zich identificeert als niet-wit.
Omdat er aan WIDM doorgaans slechts 10 kandidaten per jaar meedoen (wat sowieso een veel te kleine steekproef is om allerlei quota op los te laten), zou er bij 0 of 1 kandida(a)te(en) van kleur sprake zijn van ondervertegenwoordiging van mensen met een niet-Westerse migratieachtergrond, daarboven niet meer. Dat is toch echt de enige manier om objectief de mate van representatie van mensen van kleur te kunnen meten.
In de laatste 10 jaar (inclusief het Renaissance-bonusseizoen) is te zien dat er elk jaar ten minste één kandidaat met een niet-westerse achtergrond gecast is, en in seizoenen 13, 14, 15, 17 en 21 twee.
De nuchtere conclusie moet dus luiden dat de cast van WIDM in de afgelopen 10 jaar een bijzonder redelijke afspiegeling vormt van het aantal mensen met een niet-westerse achtergrond in de Nederlandse samenleving. De gemaakte vergelijking met de modellenwereld (niet mijn natuurlijke habitat, maar als Rämon zegt dat 99% van de modellen blank is dan neem ik dat aan), gaat dus ook niet op. Het kandidatenbestand van WIDM is aanzienlijk diverser dan de modellenwereld als het op mensen van kleur aankomt.
Op die constatering kwam vervolgens geen echt antwoord, behalve dat ‘halfbloedjes’ (niet mijn woordkeuze) niet mee mogen tellen bij het beoordelen van de diversiteit onder de WIDM-kandidaten. Kandidaten moeten ‘echt donker zijn’. Tja, dan komt het eind van mijn begrip en inlevingsvermogen wel enigszins in zicht. Want nog los van het feit dat ik nergens kan nagaan hoeveel ‘écht donkere’ WIDM-kandidaten ‘genoeg’ zou zijn om aan de diversiteitseisen te voldoen, is het ook uitermate beledigend voor mensen van gemengde afkomst die zich sterk identificeren met het niet-witte deel van hun voorouders. Tania Kross, die langer in Nederland woont dan ik, voelt zich bijvoorbeeld nauw verbonden met haar geboortegrond (haar eerste woorden in WIDM waren: ‘Ik ben Tania Kross, ik kom van Curaçao!’), en noemt zichzelf nadrukkelijk ‘zwart’. Zij komt in Rämons lijstje echter niet voor, want niet ‘echt donker’.
Objectieve data negeren, mensen indelen in mate van ‘echt zwart zijn’, argumenten verwarren met ‘gevoel’. Als mensen zich geroepen voelen op basis hiervan verder te discussiëren is dat prima, maar ik vind het oprecht doodgriezelig.