Terwijl broeder D. de Vespers zong in de vlindertuin, gelastte Knudde zichzelf met een speurtocht langsheen gifgroene paadjes welke hem leidden naar enkele restanten uit de eerste kruistocht waarin hemelsblauw en kameleonrood elkaar voor de voeten liepen tot ze er purper bij zagen.
Sint-Nicolaas was toen helaas al op weg naar de Sint-Juttemis om haar boetedoening via orakelende gezangen te aanhoren. De purperen alliantie echter liet zich graag verleiden door de magische tonen van Die Zauberflöte waarbij de oudste onder hen in een vlaag van zinsverbijstering gekroond werd tot koningin van de nacht terwijl Sarastro drie bezwerende vingers opsteekt. Het beeld is mooi, de tonen ondertussen onherroepelijk verstorven in de kakofonie der allesoverschreeuwende marktplaats, maar de koningin staat nog steeds trots op het schaakbord en geeft aan de tierce een geheel nieuwe dimensie. Geen remise. Schaak of mat. 't Zal Amadeus Bomaworst wezen. Ons daarentegen...
Knudde slentert een beetje beduusd over de kloosterbinnenplaats en kijkt niet-begrijpend naar de toverfluit die onaangeroerd in een hoekje ligt te verkommeren. Nochtans werden alle middelen aangewend om P*r*c terug op zijn sokkel te plaatsen doch zijn minstens muzikale evenknie viel in dovemansoren. Blijkbaar heeft het euvel niet enkel zuster Portasia getroffen...
Het visioen was over Knudde neergedaald met een zelfde proportionele dimensie als welke het frère Jacques het goud aan de kust had doen zien schitteren en , alhoewel beseffende dat het waarschijnlijk wel weer parels voor de zwijnen gingen worden, wou ik jullie toch in deze subtiele gedachtengang een kleine rondleiding geven, al was het maar vanwege de fijnzinnigheid der apotheose.
Tijdens de eerste kruistocht namelijk, toen hemelsblauw en kameleonrood als volleerde beeldenstormers door de smalle steegjes van het Brugge van het Zuiden zoefden, werden zij hierbij magistraal, als een wolf door de gang geleid op de orkestrale klanken van “Die Zauberflöte”. Niks speciaals op het eerste gezicht, zelfs geen liefde, maar toch minder herkenbaar dan pakweg “Goeiemorgen, morgen, Anne, tot vanmiddag under the Bridge...”
De subtiliteit schuilt hem hier in dat wanneer onze dierendokter zich ook eens aan een spurtje waagt, dit geschiedt op de tonen van de aria van de “Koningin van de Nacht”...
En omdat Knudde na diverse wandelingen langs de marktstalletjes der plebejers al meerdere malen gefluister opgevangen heeft waarbij juffrouw I gelinkt werd aan het ook hier magische cijfer drie, en in de wetenschap dat waar rook vuur, en waar een wind is, ook een weg, deze korte bijdrage over het belang van het getal 3 in Die Zauberflöte. Ik citeer:
"Het mysterieuze getal drie.
Het getal drie als symbool van de zich openbarende goddelijkheid speelt een belangrijke rol in de rituelen van de vrijmetselarij en in de sprookjeswereld. De ouverture begint met drie krachtige akkoorden en het allegro-thema bestaat uit driemaal twee repeterende noten. Het "driemalige akkoord' weerklinkt nadat Sarastro de drie goede eigenschappen van Tamino (deugdzaamheid, zwijgzaamheid en liefdadigheid) heeft geprezen. Er is sprake van drie vrouwen, drie knapen en drie magische instrumenten (fluit, klokkenspel en panfluit). Tamino treft drie tempels aan bij de ingang van Sarastro's rijk en hij probeert drie keer naar binnen te gaan. En niet in de laatste plaats: Tamino wordt drie keer op de proef gesteld." Daarenboven dansen er op de notenbalk van de ouverture van die Zauberflöte drie mollen...
Ik weet: een immens vergezochte maar toch fijnbesnaarde hersenkronkel waarbij zelfs zonder de getallensymboliek van die Zauberflöte, "Koningin van de Nacht" een prachtige titel zou zijn voor een vrouw die de mol speelt...