Als een zoekende in de woestijn , uitgedroogd en wel, bereikte ik na maanden een oase. In die oase geen water maar wijn. En een klooster vlakbij. Even dacht ik aan een fata morgana, maar nope, het klooster was echt. Een wandelaar vertelde van de vreemde dingen die in dat klooster gebeurden. Een orde die samengesteld was uit dronkaards, leugenaars, travestieten en ander gespuis.
Een orde naar mijn hart, kortom.
Onwillekeurig dacht ik aan een vreemdelingenlegioen, waar iedereen zijn identiteit bewaart, maar niet prijsgeeft.
Tijden van vroegere nachten doemen weer voor mij op, slapeloze nachten en drankmisbruik.
Eens zien of ze mij in de klooster kunnen gebruiken. Een goede tuinman is nooit weg, hoop ik.
En voor mij alvast een cognacje. Het is lang wachten geweest, ...