Ik zat daar in schoon gezelschap, Tante.
Met bovenop mij Hugo Demol en Bart Debouwer.
Bien trouvé de s'étonner ensemble.
Dat affiesjke hangt daar nog van toen ik eens lucht nodig had, even het klooster buitenwipte en ook wat ging wandelen in de tuinen, straten en pleinen van de ons omringende kloosters.
En ze vroegen vriendelijk naar mijn mening.
Overigens vind ik dat ik mijn mening nu al wel voldoende verspreid heb. Let wel, voor elke vraagsteller heb ik een ander antwoord klaar. Het moet immers voor iedereen, niet het minst mezelf, plizant blijven. Hugo Claus deed dat ook altijd. Die gaf antwoord op een vraag. Als dan later een goed voorbereide journaillist diezelfde vraag stelde (goed voorbereid betekent dat ge alle slimme vragen uit eerdere intervista's hebt gekopieerd), gaf Den Ugo daar een ander antwoord op.
Zei die schrijveleer dan iets als : "Ja maar, vorige keer heeft u iets helemaal anders gezegd", zei de toekomstige Nobelprijswinnaar (In 2007) steevast: "Dat maakt het zowel voor u als voor mij wat leuker".
Alleen, voor Frère Jacques ligt het nu toch wat moeilijker. Aangeklampt worden op straat, om de uitslag van de volgende wedstrijd van Geelzwart te kennen, was hij gewoon. Vooral als hij daarop getrakteerd werd met ettelijke Duvels. (U begrijpt, ik voorspelde altijd een overwinning).
Gefeliciteerd worden met zijn escapades in diverse buitenlanden, op zoek naar al dan niet opzettelijk weggelopen vrienden en kennissen, nog tot daar. (Meestal met de steeds weerkerende zin : "Joow, ik ben Spoorloos. Haha".) Allà.
Maar straks, als Molconnaissoeur mijn visie moeten geven op de Buitenlandse Politiek van George Dubbeljoe, dat is er net teveel aan.
Vandaar dat ik besloten heb me even terug te trekken in een rustgevende retraite. Mijn goede vriend Paul Van Keer heeft zeker nog wel wat adreskes voor herbergen-waar-meisjes-meedrinken, en waar ik dus zowel mijn als andermans dorst kan gaan laven. De rekening stuur ik wel naar Zuster Fiscalia, want dat is naar 't schijnt volledig aftrekbaar. Wat dat aftrekbaar betreft : Mal y soit qui honni pense.
Wat ons onrechtstreeks weer terug brengt bij de kousenband van Tante Nonneke.
Broeders (van het werkwoord Broeden)en zusters, hou jullie goed. Ik wip nog wel eens binnen.
Maar nu is het toch weer teit voor de anonimitijd.
(exit Frère Jacques langs rechts)