De biecht van Hanne, waarin ze vreest voor het lot van Stijn omdat die volgens haar op de verkeerde mol zit, is ook moeilijk uit te leggen als zijzelf de Mol niet is.
Hanne: "In mijn ogen zit hij op de verkeerde persoon. Ik hoop echt dat ik hem van die gedachte kan afbrengen. Maar ik kan het echt niet maken om gewoon te zeggen: Het is die of die. Want dan schiet ik gewoon in mijn eigen voeten."
Natuurlijk kun je proberen deze uitspraak uit te leggen als een kandidaat die graag met haar maatje naar de finale wil, maar dan roept het toch vragen op, zoals:
* Hier lijkt ze heel zeker van haar mol ("het is die of die"), terwijl ze later in de aflevering weer twijfelt?
* Blijkbaar weet ze toch zeker op wie Stijn zit, terwijl ze dat verderop in de aflevering ontkent? (ze zeggen allemaal niet te weten wie de anderen verdenken)
* Als zij weet wie Stijn verdenkt, waarom weet hij dan niet wie zij verdenkt, als ze zulke goede maatjes zijn? (zie het gesprekje tussen hen later)
Dit lijkt gewoon een molbiecht en het enige valide argument daartegen zou kunnen zijn dat het too obvious is. Een dwaalspoor. Maar ja, soms is iets natuurlijk wel wat het lijkt...
-edit-
En dan vergeet ik nog Hanne's opmerkelijke uitspraak over het boekje van Issabel:
"Ik zag het dagboek van Issa liggen en ik dacht: Verdomme, ze heeft er ik-weet-niet-hoeveel in opgeschreven. Er zaten een paar losse blaadjes in waarvan ik dacht: Als ze dat ziet... Daar stond op wie Issa ingevuld had. Gasten die al weg waren, Marc en dergelijke. Dat stond er allemaal op. Ik dacht: Shit."
Verdomme?
Shit?
Is dat hoe je als kandidaat reageert als je een schat aan informatie vindt?
En Hanne wist al dat er zoveel informatie in stond toen ze het dagboek alleen nog maar zag liggen?