7. Wat is uw zwakte?
“Mijn negatieve instelling.
“Ik heb mij thuis altijd de minste van de drie kinderen gevoeld. Mijn broer is een soort van genie. (lacht) Hij heeft burgerlijk ingenieur gestudeerd en daarna gedoctoreerd, mijn zus heeft geneeskunde gestudeerd. Ik heb mij altijd aan hen gespiegeld. Hoewel ze slimmer waren dan ik, wilde ik toch niet onderdoen voor hen.
“Dankzij mijn man heb ik meer zelfvertrouwen gekregen. Hij heeft me doen inzien wat ik echt waard ben. Dat mijn visie op mezelf niet strookt met de realiteit. Tijdens De mol stak die onzekerheid weer de kop op. Met sommige reacties op sociale media heb ik het echt moeilijk gehad. Ik durfde zelfs bijna niet naar de finale te gaan uit schrik te worden uitgejoeld. Die negativiteit kwam weer naar boven: ‘Zie je wel, je bent niet goed genoeg’. Natuurlijk waren er ook ontzettend veel positieve reacties, maar ik ging doelbewust op zoek naar de negatieve.”
8. Waar hebt u spijt van?
“Alles wat je doet, de keuzes die je maakt, maken je tot de mens die je vandaag bent, dus waarom zou je spijt hebben? Belangrijker is om te kijken of je er nu nog iets aan kunt veranderen. Je moet dat gevoel van spijt omzetten in iets productiefs. Ik heb veel stommiteiten begaan – ik ben te lang in slechte relaties blijven hangen, bijvoorbeeld – maar ik heb eruit geleerd.”
9. Wat is uw grootste angst?
“Doodgaan. Terwijl ik denk dat het veel erger is om mensen uit je omgeving te verliezen dan zelf te sterven. De dood lijkt me een toestand van eeuwige rust, alsof je slaapt en nooit meer zult ontwaken. Een geruststellende gedachte en toch ben ik zo bang dat het leven ineens zou stoppen.”
10. Wanneer hebt u het laatst gehuild?
“Euh, een paar dagen geleden. (lachje) Na De mol komt er zoveel op je af. Je zit op een emotionele rollercoaster. Je wordt overmand door tegenstrijdige gevoelens. Enerzijds besef je dat je jezelf niet bent geweest, dat je gelogen hebt en de anderen bewust op een afstand hebt gehouden, anderzijds ben je blij omdat ze je een goede mol noemen. Soms weet ik het even niet meer in mijn hoofd; huilen lucht dan eens op.”
11. Bent u ooit door het lint gegaan?
“(lacht) Dat moet geweest zijn toen ik in een vorige relatie ontdekte dat er bedrog in het spel was. Ik ben temperamentvol, maar als ik flip duurt het maar even.”
12. Welk kunstwerk heeft een blijvende indruk nagelaten?
(kijkt schalks naar het ‘De mol’-schilderij boven de open haard, lacht)
“‘Clair de lune’ van Claude Debussy. Het was mijn examenstuk. Prachtig, intens. Op dat moment in mijn leven ook echt een uitlaatklep.”
13. Hebt u ooit een religieuze ervaring gehad?
“Een verschijning? Neen, maar ik wacht er nog op. (lacht) Als wetenschapper weet ik dat de dood het einde betekent, maar ergens wil ik geloven dat dat niet zo is.”
14. Hoe voelt u zich in uw lichaam?
“Euh, moe. (lacht) Neen, op dit moment in mijn leven voel ik me heel goed in mijn lichaam maar dat is ooit wel anders geweest. In mijn studentenjaren heb ik een eetstoornis gehad. Ofwel ben je te dik, ofwel te dun, ofwel niet knap genoeg, ofwel niet slim genoeg. Een paar jaar geleden heb ik zelfs een dagboek teruggevonden van toen ik acht was. Er stond: ‘Ik mag geen cola meer drinken want ik ben te dik’. Hoe triestig dat je als kind van acht jaar daarmee bezig bent! En ik was niet eens heel dik.
“Niemand had iets in de gaten. Ik was altijd een people-pleaser, wilde de grappige zijn, wilde leuk gevonden worden, terwijl ik eigenlijk heel ver van mezelf afstond. De middelbare school vond ik de verschrikkelijkste tijd van mijn leven. Als je niet populair bent, begin je je te spiegelen aan de kinderen die dat wel zijn. Bij ons op school was er heel veel uiterlijke schijn. De status van je ouders en de kleren die je droeg maakten uit of je al dan niet bij het clubje hoorde. Ik was daar zeer gevoelig voor. Zelfs mijn beste vriendin hield ik op een afstand omdat ik zo onzeker was. Ik voelde mij overal en nergens bijhoren.
“In crisismomenten, als het uit was met een vriendje of tijdens de examens, stak die eetstoornis telkens de kop op. Uiteindelijk ben ik in behandeling gegaan bij een psychiater, wat mij goed geholpen heeft. Een eetstoornis is immers een symptoom van een dieperliggend probleem.
“Ondertussen ken ik wel de valkuilen. Tijdens De mol bijvoorbeeld besefte ik dat ik door de stress veel te weinig at. Om je emoties te onderdrukken ga je ofwel veel te veel eten, ofwel veel te weinig. Als je dat patroon herkent, kun je ervoor zorgen dat het niet verder escaleert.”
15. Wat vindt u erotisch?
“Hoe twee mensen, mijn man en ik dus, één persoon worden als ze de liefde bedrijven. Hoe je elkaar kunt aanvoelen zonder iets te hoeven zeggen: die eenheid is voor mij het toppunt van erotiek.”