Je hebt wel een punt....Als je me dat kan uitleggen, maak je me een gelukkig man
Een stuk later dan verwacht mijn reactie :$! Sorry moderators dat dit zowel off- als on-topic is! Maar ik denk voor iedereen interessant.
Elk mens heeft zijn eigen idee van wat hij goed en slecht vindt. Dit maakt het in interactie met de omgeving. Ondanks dat er zo 7 miljard verschillen zijn van goed en kwaad kun je het vanaf de peuters toch in 6 groepen verdelen. De 6 fases van de morele ontwikkeling beschreven door Lawrence Kohlberg.
Fase 1 (Gehoorzaamheid): Hetgeen wat een volwassenen zegt dat goed of fout is dat vind jij ook goed of fout. Motto: Doe wat je gezegd wordt (Peuters,kleuters)
Fase 2 (Naief egoisme): Eerlijkheid is het allerbelangrijkst. Als iemand anders eten krijgt om reden A dan vind je dat jij bij reden A hetzelfde zou moeten krijgen. Als jij echter eten krijgt om reden B dan hoeven anderen dat niet per se dat ook te krijgen bij reden B. Dat is niet belangrijk! Motto: Wat hou ik eraan over? (begint vaak bij Kleuters en sommigen komen niet uit deze fase...)
Fase 3 (Orientatie op het beeld van het fatsoenlijke kind/mens): Motto: Wat zullen anderen van mij denken? Hetgeen jij goed of fout vindt dat wordt bepaald door wat jij denkt dat mensen om je heen die jij belangrijk vindt goed of fout zouden vinden voor jou. Als vrienden en familie om je heen vlees eten, dan zul je dit ook doen, want dat is blijkbaar goed. begon volgens Kohlberg bij Pubers, volgens mij nu vaak al eerder.. sommigen komen hier nooit uit) NB: In deze fase bekommer je je niet om onbekenden!
Fase 4 (De gezagshandhavende orientaties): Het sociale systeem waarin ik zit, bepaalt wat goed en fout is. In deze fase schik je je aan het systeem. Als de supermarkt de producten verkoopt dan is het blijkbaar goed voor je want anders was het er niet. Als dit nadelig voor mij is omdat ik iets verbouw wat zij niet willen hebben dan heb ik pech en moet ik iets anders verzinnen. Het belang van het systeem staat voorop en mensen hebben zich er maar naar te schikken want als iedereen zich er tegenin zou bemoeien dan gaat het systeem wat voor zoveel mensen werkt ten onder. Motto: Bevorder ik, als ik dit doe, het sociale systeem? (begon volgens Kohlberg bij adolescenten maar werd al door verscheidene mensen niet bereikt.. deze fase kan volgens mij al eerder beginnen) NB: Vanaf deze fase bekommer je je wel om onbekenden!
Fase 5 (Contractueel legalisme): Ik weet dat iedereen gelijk is en ook gelijke (mensen/dieren/natuur)rechten heeft. Individuele rechten en rechtvaardigheid worden weer belangrijker. Ik wil graag aan de rechten van de mens/dieren/natuur (op vrijheid, leven, geluk, etc.) tegemoet komen maar ik probeer hierbij het systeem niet tekort te doen want dit systeem is nodig om verbondenheid te creeeren (in je eentje red je het niet). Ik zal daarom zoveel mogelijk vegetarisch eten en anderen stimuleren om vegetarisch te eten maar het systeem van de supermarkt zal ik altijd steunen. (Deze fase wordt door sommige volwassenen bereikt aldus Kohlberg, volgens mij zijn er echter tegenwoordig ook al kinderen die dit in zich hebben) Motto: Respecteer ik als ik dit doe de rechten van degene die erbij betrokken zijn?
Fase 6 (gewetensprincipe): Ik wil dat alles en iedereen op de hele wereld rechtvaardig behandeld worden en ik handel hier naar. In sommige gevallen heb ik ervaren dat het sociale systeem niet aan iedereen tegemoet komt. Dit betekent dat ik hiervoor een nieuw systeem moet bedenken dat wel aan iedereen tegemoet komt. Zo zullen er mensen zijn die iets bedacht hebben wat beter dan een supermarkt werkt om enerzijds alle mensen in hun behoeften te voorzien maar anderzijds niet tegen de dieren/natuur ingaat. Hun stem wordt echter nog niet gehoord. Motto: Ik respecteer altijd ieders rechten. (Deze fase wordt door een enkeling bereikt aldus Kohlberg (denk aan Gandhi, M.L. King, Mandela), maar volgens mij zal dit steeds vaker voorkomen).
Bij deze zes fases is het belangrijk om te weten dat het per situatie kan verschillen in welke fase je zit doordat jouw kennis/ervaring per situatie verschilt (je weet misschien wel alles over eten maar niet alles over sociale verbanden of over de natuur of over de politiek of over het onderwijs).
Soms zul je je dus redeneren vanuit wat jij denkt dat anderen goed vinden waar de wet dat afkeurt (fase 3).. de andere keer zul je misschien wel de wet boven de mening van je vrienden zetten(fase 4).. en weer een andere keer zou je misschien de wet een beetje aanpassen om aan iedereen tegemoet te komen (fase 5).
Verder is het belangrijk om te weten dat tussen elke fase er verschillende inzichten opgedaan worden. Deze inzichten kunnen overal vergaard worden en binnen elk ontwikkelingsgebied dat een mens in zich heeft. Het neemt ook veel tijd in beslag voordat deze inzichten vergaard en in het handelen geimplementeerd zijn.