Nee, Convans, waar Nederlanders een beetje hun bekomst van hebben, is dat onze taalgenoten aan de overzijde van de rijksgrens huichelarij paren aan onkritische zelffelicitatie en theatraal chauvinisme (waarvoor zelfs de Fransen zich nog zouden schamen). Vlaamse supporters en het Vlaamse journaille zijn notoir onsportief: "Ollanders" heten bij hen al snel arrogant te zijn, maar de mate waarin de Vlamingen zichzelf de laatste jaren op de borst hebben geklopt (en niet alleen op sportgebied), is voor Nederlandse begrippen werkelijk ongekend. Trumps hypernationalistische fraseologie ("Make America Great Again" en "America First") verbleekt bij de superlatieven waarin Vlamingen zich uitputten om zichzelf en België in het algemeen te omschrijven. De Rode Duivels waren al wereldkampioen voordat ook maar één voetbal was aangeraakt. Remco Evenepoel heet nu al de "beste wielrenner aller tijden" te zijn, terwijl hij pas net komt piepen. De Belgische hockeyploeg (die al haar successen aan Nederlandse inbreng te danken heeft) is na één gewonnen toernooi zogenaamd al "beter" dan haar Nederlandse evenknie ooit is geweest. De voorbeelden zijn legio.
In Vlaanderen wordt het Oranjegevoel tot op de dag van vandaag geridiculiseerd en als "bewijs" van "Hollandse" superioriteitswaan gezien, terwijl het "tous ensemble"-gevoel dat het laatste decennium ook in Vlaams-België wordt gehypet en één op één bij de noorderburen is afgekeken, juist als toonbeeld van supportersvreugde en gezond patriottisme wordt gepresenteerd. In Nederland wordt dat - terecht - als hypocriet beschouwd. Nederlandse sportsuccessen worden in Vlaanderen steevast genegeerd of in het beste geval gebagatelliseerd.
VRT-wielericonen Michel Wuyts en Karl Vannieuwkerke staan in Nederland bekend om hun kleinzielige Ollanderhaat en extreme, om niet te zeggen extremistische, Vlaamsgezindheid. Het commentaar op de VRT is, wanneer je het puur wielertechnisch bekijkt, deskundiger dan bij de NPO, maar geen niet-Vlaming kan het verdragen om langer dan een minuut naar het in hoempapa-muziek gedrenkte "Flanders First"-gebral van Wuyts en Vannieuwkerke te luisteren.
Waarom mij dat zo aangrijpt? Omdat ik er ten diepste van overtuigd ben dat wij bij elkaar horen en voor elkaar zouden moeten juichen. Maar na tweehonderd jaar geïnfecteerd te zijn geweest met het gif van het belgicisme (dat welbeschouwd niets anders is dan antihollandisme), is de Vlaming (voorgoed, vrees ik) vervreemd geraakt van wat hij ten diepste zou moeten zijn: een Nederlander.