Toen we begonnen was ik met negen andere mensen; negen individuen die allemaal iets unieks hebben, allemaal iets bijzonders, allemaal mensen met een eigen verhaal. En elke keer dat iemand vertrok was het alsof een vervelend buurjongetje een puzzelstukje van de puzzel jatte; de gezelligheid werd langzaam uitgekleed. Al vormde zich met de overgebleven puzzelstukjes elke keer weer een nieuw plaatje dat warm en kleurrijk was.
En dat was dierbaar. Omdat je sommige mensen steeds beter leert kennen. Van The Grand Old Lady – lieve Renée, tot aan de jokeruitdelende Char, en team Roze (ja, Rock, zo noem ik ons toch maar even), tot de vurige stuiterbal Marije, tot aan Laks(ima), tot aan Remco die grappen als een polonaise aan elkaar wist te breien, tot aan De Stem en treinfanaat Erik en tot aan de altijd tekende (hoe klein het papier ook was) Florentijn.
En Joshua, want als Wie is de Mol? een sprookje is, dan was Joshua de prins op het witte paard. De prins die mij toefluisterde wie de Mol was waardoor ik langer in dit sprookje mocht blijven, en die liet zien dat die ene regel ‘trust nobody’ toch niet helemaal waar was; óók in Wie is de Mol? bleek ruimte te zijn voor vertrouwen, waardoor vriendschap kon bloeien.
En in elk sprookje zitten queesten; zaken die volbracht moeten worden. Ook dát zit in Wie is de Mol?. Van het koprolwild lasergamen, glijd je zo over in het afglijden van een gebouw van bijna 80 meter hoog. Om vervolgens in alle vroegte door te rijden richting een natuurgebied. Waar een bus ons dieper en dieper een bos in bracht, een bos dat langzaam aan zelfvertrouwen leek te winnen, waardoor het veranderde in een woud, waar we vervolgens mochten vingerverven op eeuwenoude rotsen. Om daarna doodleuk richting oude stilgezwegen en teruggetrokken mijnlocaties te gaan of richting een grasveld waar zweefvliegtuigen al hangjongerig op je leken te wachten.
Hoe het is om al die spellen te mogen spelen? Eigenlijk is dat, ja dit zeg ik als schrijver écht, niet te omschrijven. Want je mocht weer even ongeremd kind zijn; dat wat de grotemensenwereld je probeert af te leren, werd hier schaakmat gezet. Je hoefde het kind dat misschien met potlood nog in je geschetst zit, niet uit te gummen. Nee, bij Wie is de Mol? draait het leven opeens weer om maar één ding; spelletjes spelen. Wie is de Mol? is een groot schoolplein, bestaande uit een gigapeeltuin. Je verliest de realiteit en je relativeringsvermogen uit het oog, en dat is heerlijk. Fantasie en illusie ontnemen als een mist je zicht op de werkelijkheid. En dat gevoel is onbeschrijfbaar fantastisch.
[VERVOLG HIERONDER]