Weet niet of hier al over is nagedacht.
Altaar Ego: niet de man bij het altaar (Daniel)
Maar Altaar als de tafel waar offers worden gebracht. Ego = ik. Degene die voor zichzelf kozen? (Jurre/Anke)
Daniel staat overdag in de kerk achter het altaar en Nabil wijst ’s avonds naar het schilderij met priester Daniel. Als Ranomi achter het altaar had gestaan, had het hoofd van Ranomi op het schilderij van de priester kunnen staan. Tijd zat. De A op het schilderij is om te bouwen tot een H. H+5=M. Nabil wijst naar de letter M en de priester op het schilderij, de alter ego van Nabil, vandaar altaar ego. Misschien. Je kan ook de eerste 2 zinnen serieus nemen.
Bij de stoelen viel mij op dat er 5 verschillende stoelen zijn. Op rij 1 en 3 staan ze op dezelfde volgorde, bij rij 2 en 4 staan alleen de eerste 2 hetzelfde, de rest staat anders.
Stoelen verdelen is logisch, maar waarom dan bij rij 2 en 4 de eerste 2 stoelen hetzelfde houden?
De stoelen die de mensen meenamen leken niet op de stoelen op de afbeelding
12345
54
23112345
54
123Is er iets te doen met 231 en 123?