(deel vijf)
Verwaande klootzak
HUMO Afgelopen najaar was je op Canvas te zien in ‘Strafpleiters’, een reeks indringende interviews met advocaten. Zelf heb je op een blauwe maandag rechten gestudeerd.
De Coster «‘Gestudeerd’ is veel gezegd: ik was ingeschreven (lachje). Al na een paar weken wist ik dat het niets voor mij was.»
HUMO Uit de gesprekken bleek wel dat je voeling met de materie hebt, of dat je je goed had voorbereid. Werd je toch oprecht verrast door iets?
De Coster «Vooral door de mate waarin strafpleiters blootgesteld worden aan extreme morele keuzes, en vaak staat de schandpaal dan klaar. Jij en ik hebben het geluk dat we een job hebben waarin we dat soort morele keuzes nooit zullen moeten maken. Bijvoorbeeld: de keuze maken om Salah Abdeslam te verdedigen, terwijl je de gruwelijke beelden van de aanslagen in Parijs nog op je netvlies hebt staan. Of: in de voormiddag sta je het slachtoffer van een verkrachting bij, terwijl je in de namiddag de verdachte van een andere verkrachting als cliënt hebt. Doe het maar eens, hè. Daar moet je toch sterk voor in je schoenen staan?
»Een ander voorbeeld: wanneer advocaten tijdens een proces een procedurefout inroepen, waardoor vijf drugsdealers vrijkomen, zullen ze daarvoor in de media en op straat verguisd worden. Maar ze hebben wél gelijk: de correcte procedure is de basis van een rechtsstaat. Je kunt dat de man in de straat niet aan het verstand brengen, maar het klopt wel. Ze moeten dus vaak een heel moeilijke boodschap brengen, maar ze deinzen er niet voor terug. Daar heb ik respect voor.
»Sven Mary heeft al te horen gekregen dat mensen zijn kinderen kanker toewensen. Ik hoef dat leven niet, en héél weinig mensen wel, denk ik. Maar ik heb altijd bewondering voor wie ervoor kiest om pal in de wind te gaan staan, en zich niets aantrekt van het gehuil en het geroep.»
HUMO In ‘Strafpleiters’ vroeg je alle interviewees naar clichés over de advocatuur. Wat zijn de grootste clichés over Gilles De Coster?
De Coster «Het heeft een tijdje gecirculeerd dat ik heel slim ben, omdat ik ooit ‘De slimste mens ter wereld’ heb gewonnen en nog bij Radio 1 heb gewerkt. Er was ook een periode dat elke krant schreef dat ik een grijze muis ben, en hoewel ik al sinds mijn 25ste grijs haar heb, is dat volgens mij al even onwaar. En blijkbaar zit ik nu ook aan de drank. Quod non.Plus: ik ben een tv-maker, en iedereen weet dat dat allemaal sensatiebeluste, verwaande, coke snuivende en met dure auto’s rijdende klootzakken zijn. Nu, het is wél waar dat er – ook een cliché – in tv-land redelijk veel ego’s rondlopen.»
HUMO Is het een mijnenveld om je daar doorheen te bewegen? Grote ego’s hebben lange tenen.
De Coster «Af en toe iemand tegen de schenen trappen is de prijs die je betaalt voor het hebben van een mening. Liever dat dan iemand zonder ruggengraat, die altijd probeert te pleasen. En ik heb natuurlijk ook een groot ego, zoals iedereen met de gedachtekronkel ‘Ik kan iets waardoor ik het verdien om op televisie te komen’. Op dat vlak ben ik het eens met Hugo Camps, die ooit heeft geschreven: ‘Er zijn twee soorten mensen die ik niet vertrouw: diegenen die nooit leed hebben gekend, en diegenen die geen vijanden hebben.’»
HUMO Het leed is in jouw geval snel gevonden: je moeder is gestorven toen je 11 was.
De Coster «Ja. Maar daar heb ik al veel te vaak over gepraat. Ik wil niet in elk interview gereduceerd worden tot de jongen die zijn mama heeft verloren. Dat heeft iets hijgerigs. En er zijn honderdduizend manieren waarop mensen pijn voelen. Wie nooit financiële, familiale, sociale of relationele problemen heeft gekend, en dus elke dag van zonneschijn en vriendschap alleen leeft, is volgens mij veel minder interessant dan iemand die al een paar helletochten heeft doorstaan. Ik ben nochtans geen masochist.»
HUMO Vorige week heeft Studio Brussel een interview met jou ‘van hogerhand’ moeten schrappen. ‘De mol’ is groot genoeg geworden om de pax media te verstoren.
De Coster «VIER heeft ‘De mol’ van maandag naar zondagavond verplaatst, en dat is een beslissing die van lef getuigt. Dat de concurrentie daarop reageert, vind ik niet vreemd. Of een interview op Studio Brussel zoveel verschil had gemaakt, weet ik niet. Vooral omdat ik de dag ervoor wél op Radio 1 mocht. Ik snap het ook niet, maar ik zie er geen mediaoorlog in. Sowieso speelt het zich boven mijn hoofd en dat van de Studio Brussel-medewerkers af.»