Artikel Focus Knack
Het grootste geheim van de Vlaamse tv-wereld en hoe het te bewaren: de paranoia achter De Mol
'Ik voel me als een bankier die alles over zijn kluis moet vertellen.' De makers van De Mol over de maatregelen die ze nemen om de identiteit van hun Mol te beschermen. Of toch de maatregelen waarover ze dúrven te communiceren. 'We zijn héél zenuwachtig voor dit gesprek.'
HOU DE POETSVROUW BUITEN
Joren CREYLMAN (eindredactie): Het eerste wat je moet doen als je een geheim wilt bewaren is ervoor zorgen dat zo weinig mogelijk mensen op de hoogte zijn. Bij het begin van de opnames waren er precies zeven die wisten wie De Mol was. Na de finale - die we met een zo beperkt mogelijke ploeg hebben gedraaid - zijn dat er eenentwintig. Verder kent niemand zijn naam. Niet onze lieven of familie, niet de bazen van Woestijnvis, niet de persdienst van Vier. Zelfs de monteurs, die op dit moment nog aan het werk zijn, hebben geen idee wie het is.
Kelly VAN DEN BLEEKEN (casting en redactie): Die geheimhouding was er al van in het begin. Als we kandidaten uitnodigen voor de casting zorgen we ervoor dat er geen bordjes hangen waarop 'De Mol' staat vermeld, maar wel met 'Audities 2017'. We doen er alles aan om te vermijden dat twee potentiële kandidaten elkaar tegenkomen. En de tweede selectieronde gebeurt in een verlaten fabrieksgebouw, ver van Woestijnvis.
Eigenlijk zijn wij de paria's van Woestijnvis. We zitten in een apart lokaal, gescheiden van de rest. De deur heeft geen klink, je krijgt ze enkel met een sleutel open en wij zijn de enigen die er een hebben. Niemand mag daar binnen. Het moet ook zowat de goorste kamer van het gebouw zijn: zelfs de poetsvrouw komt er niet in.
DELEN
Niets boezemt ons meer angst in dan de zin "Ah, hier zie: nóg Vlamingen."
CREYLMAN: Ook al spreekt die alleen Frans. (lacht)
VAN DEN BLEEKEN: Waarschijnlijk zou ze sowieso niets kunnen vinden. De naam van De Mol staat nergens neergeschreven. Niet op papier, niet in een e-mail. We spreken zijn naam ook nooit uit. We hebben het alleen maar over 'De Mol'. Je weet nooit wie meeluistert.
CREYLMAN: Onze mindset tijdens het maken van De Mol is: constante achterdocht. Allicht zijn al die maatregelen niet nodig, maar het is makkelijker zo. Als je niet wilt dat je in elk gesprek voortdurend moet wikken en wegen wat je zegt, en je je achteraf niet wilt afvragen of je je nu al dan niet versproken hebt, kun je er beter een automatisme van maken om helemaal níéts te zeggen. Het is functionele achterdocht.
GEEF JE UIT VOOR VLAANDEREN VAKANTIELAND
CREYLMAN: De eerste drie seizoenen van De Mol zijn in Frankrijk, Spanje en Italië opgenomen. Dat is nu geen optie meer. Er is een reden waarom we vorig jaar naar Argentinië en dit jaar naar Zuid-Afrika zijn getrokken: daar zijn gewoon minder Belgen.
VAN DEN BLEEKEN: Smartphones hebben alles veranderd. Als de crew vijftien jaar geleden tijdens de opnames Belgische toeristen tegenkwam, was het ergst denkbare dat iemand een foto zou nemen, die zou laten ontwikkelen en in zijn fotoalbum zou plakken. Nu kan iemand met zijn smartphone een snapshot nemen, dat meteen op Twitter gooien met hashtag #demol, en heel Vlaanderen heeft het gezien.
CREYLMAN: Dat is onze ergste nachtmerrie: dat er een foto opduikt van Gilles De Coster, samen met de drie finalisten, tijdens een van de laatste proeven. Tijdens de opnames zijn we voortdurend op onze hoede voor passanten. In het openbaar proberen we Gilles zo veel mogelijk apart van de kandidaten te houden. Tijdens de proeven letten we altijd op of er niemand foto's aan het nemen is. En in elk hotel waar we inchecken is onze eerste vraag aan de receptionist: 'Are there any other Belgians in the building?'
Het grootste geheim van de Vlaamse tv-wereld en hoe het te bewaren: de paranoia achter De Mol
VAN DEN BLEEKEN: Noem het Belgenangst. Niets boezemt ons meer angst in dan de zin 'Ah, hier zie: nóg Vlamingen'. Nu, dat gebeurt ook écht. Net voor de openingsproef van vorig seizoen stonden we op een Argentijnse zoutvlakte toen Gilles Van Bouwel ineens zei: 'Euh, gasten, daar verderop staan Belgen die ik ken.' Blinde paniek. Hij moest in het busje blijven zitten. En ik heb op de uitkijk gestaan tot die mensen weer vertrokken. Statistisch is de kans heel klein dat je in Noord-Argentinië Belgen tegenkomt - laat staan Belgen die je kent -, maar het gebeurt.