In de bank neemt de Kluiskraker contact op met zijn collega’s : ‘ROGER! Jongens, ik heb de kluis open. Kom snel hier heen, dan gooien we onze tassen vol en gaan we er als de bliksem vandoor.’ ‘ROGER! We zullen even geduld moeten hebben. Er staan hier minimaal 8 politie-auto’s voor de deur.’ Dan belt de Commissaris: ‘Beste overvaller, we hebben besloten om niet mee te werken. We staan met een groot team om jullie heen. Jullie kunnen geen kant op.’
Overvallers-communicator: ‘Gijzelnemer, C.A.P.D wil niet meewerken.Wat gaan we doen?’ Voordat de gijzelnemer antwoord kan geven, komt de kluiskraker binnen met twee tassen vol met geld: ‘Als ze niet mee willen werken, dan moeten we één van de gijzelaars ombrengen om te laten zien dat we het menen!’ De gijzelnemer knikt: ‘Dat is goed vriend. Ik heb zo’n vertrouwen in jou. Dat ik het idee heb, dat het goed komt.’ De gijzelnemer loopt naar één van de gijzelaars: ‘Nee..nee…alsjeblieft niet, neem mij niet. Ik ben maar een simpele Hulpdakdekker!’ PAF! In koele bloede schiet de gijzelnemer hem neer.
‘Commissaris! Ze hebben net één van de gijzelaars dood geschoten. Wat moeten we doen?’ De commissaris kijkt bedenkelijk. Hij heeft wel door dat het allemaal veel te lang duurt en dat hij nu snel een beslissing moet nemen. Hij heeft al veel te lang getreuzeld. Dan belt de sluipschutter: ‘Commissaris. De gijzelnemer heeft net een gijzelaar neergeschoten. Ik heb perfect zicht op hem en kan hem nu uitschakelen. Wat moet ik doen?’ De commissaris twijfelt even: ‘Heb nog even geduld. Ik heb alles in de hand.’ De commissaris twijfelt enorm of hij de overvallers hun zin moet geven. De moord op één van de gijzelaars heeft indruk gemaakt. Een sterke zet van de overvallers.
Dan belt de Chauffeur op: ‘Jongens! Waarom duurt het allemaal zo lang? We hadden allang weg moeten zijn.’ Overvallers-communicator: ‘De C.A.P.D. wil niet meewerken.’ Chauffeur: ‘Laat ze dan zien dat ze met ons geen grappen moeten maken. We leggen er nog ééntje om!’ Overvallers-communicator: ‘De chauffeur stelt voor dat we er nog één omleggen.’ Gijzelnemer: ‘De chauffeur heeft altijd goeie ideeën. Ik heb vertrouwen in hem. Laten we het gewoon doen.’ De gijzelnemer loopt naar bankbediende Lukie4. Lukie4: ‘Nee, alsjeblieft niet. Ik heb nog een forum thuis om voor te zorgen.’ PAF!
De sluipschutter ligt op het dak. Hij is het getreuzel van de commissaris helemaal zat. Hij heeft geen vertrouwen meer in de commissaris. Hij kan niet meer onschuldige slachtoffers laten vallen. Hij richt met zijn geweer. Zijn hartslag neemt toe en dan..
Een kogel fluit door de lucht, door het glaswerk van de bank, recht in het hart van de gijzelnemer. Een perfect schot van de sluipschutter. ‘SNIPER ON THE ROOF! We moeten gaan.’ De overvallers-communicator en de kluiskraker proberen snel weg te komen. Maar met twee zware tassen is het moeilijk lopen voor de kluiskraker. De overvallers-communicator heeft echter zo’n haast dat hij vergeet om te helpen.
Als hij buiten komt, wordt er een ware vuurregen op hem afgevoerd. Maar hij weet veilig de auto te bereiken. ‘Rijden nu!’ ‘Maar de kluiskraker is nog binnen! Met ons geld!’ ‘Dat maakt niet uit. Ik leid deze missie, dus rijden nu! Misschien is de kluiskraker al wel dood.’ ‘Ik ga niet weg zonder hem!’ De chauffeur blijft tegen de orders in wachten en brengt daarmee het leven van hem en zijn collega ernstig in gevaar. Gelukkig voor de chauffeur komt nu ook de kluiskraker aangelopen. Hij gooit de tassen met geld achterin en het drietal scheurt weg. Overvaller-communicator: ‘Arme gijzelnemer. Had hij maar nooit geluisterd naar jou, Chauffeur. Dan had hij misschien nog geleefd. Wat een domme keus om jou te vertrouwen!’
De communicator van de politie rijdt ondertussen samen met de commissaris achter de overvallers aan. Commissaris: ‘Ze zijn ons te snel afgeweest. We kunnen ze nog maar op één manier inhalen….DE HELICOPTER!’