Leuk! Ik plaats het hier zodat het meteen bewaard blijft:
Oud-Mollen over hun rol als saboteur: ‘Je bent niet de clown van het circus, eerder de directeur’door: Gudo Tienhooven
Rob Dekay en Deborah Coutinho. © Marco OkhuizenJubileumseizoenMet het 20-jarig jubileumseizoen van Wie is de Mol voor de deur, vanaf vanavond op NPO 1, blikken de eerste en meest recente saboteur van het roemruchte spelprogramma samen terug op hun ‘Molschap’. Hoe bedrogen de ‘onbekende’ Deborah Coutinho en muzikant Rob Dekay heel Nederland en welke impact had die rol op hun leven?
Rob: ,,Jij was dus de eerste Mol ooit! Hoe kwam je daar terecht?’’
Deborah: ,,Dat was in 1999. Mijn man sparde voor zijn werk veel met mensen van productiehuis IDTV en dacht mee over wat iedereen inmiddels al twintig jaar kent als Wie is de Mol?. ‘Mijn vrouw is ideaal voor dit programma’, riep hij daar, waarna ik al snel auditie deed. Er werden allemaal vragen gesteld over mijn persoonlijkheid.’’
Rob: ,,Je zit daar vier weken hè? In China in mijn geval, in het seizoen dat eerder dit jaar werd uitgezonden. En het spel gaat altijd maar door, ook als de camera’s uit zijn. Het is geen dagje Disneyland. De makers kijken vooraf of je het wel echt aankan. Kreeg je net als ik tijdens mijn ‘Mollicitatie’ de vraag of je rancuneus bent?’’
Deborah: ,,Dat weet ik niet meer zo goed. Ik kan me wel een sporttest herinneren. Even kijken of zij fysiek wel in orde is. En eenmaal daar, in ons geval drie weken in Australië, moest ik het allemaal zelf doen. Ik wist, net als de rest van de kandidaten, niet welke opdrachten allemaal kwamen.’’
Rob: ,,Het is soms ook beter niets te weten over een opdracht.’’
Deborah: ,,Bij ons was het zo dat iedereen dacht aan een spel mee te doen waarmee je geld kon verdienen. Bij aankomst werd door de toenmalige presentator Angela Groothuizen verteld: maar er zit wel een saboteur in jullie midden. Dat kon uiteraard alleen bij seizoen 1. Had jij als mentale strategie ook dat je steeds iemand in gedachten had die net zo goed de Mol kon zijn? Zoiets jezelf wijs maken om in je rol als kandidaat te blijven, dat hielp mij wel in het spel.’’
Rob: ,,Ja! Ik dacht dan vooral: wie zouden de makers als alternatieve Mol aanwijzen als ik halverwege mijn been zou breken. Bij wijze van spreken dan.’’
Deborah: ,,Ik heb mezelf gelijkgesteld aan de rest en keek tijdens opdrachten waar ik subtiel links en rechts wat kon vernachelen. Hoe ging jij te werk dan?’’
Rob: ,,Ik was die fanatieke guy, een blije fan van het programma die zó graag eens mee wilde doen – dat klopte overigens! – dat zelfs wanneer iedereen bij het optellen van alle feiten bij mij zou uitkomen, ze tóch zouden denken: mijn hart zegt dat Rob de Mol toch niet kan zijn.’’
Deborah: ,,Dat zeiden ze achteraf ook tegen mij. Ik ben volgens mij een vriendelijk mens, maar ik kan soms ook best onsympathiek zijn en mezelf even afzonderen. Ze vonden me te grillig om de Mol te kunnen zijn. Te veel moodswings.’’
Rob: ,,De meeste kandidaten waren bekender dan ik. De rol van het gretige groentje, die mensen uit het spel willen hebben omdat hij als de Mol-fan van het eerste uur wel eens zou kunnen winnen, heb ik goed aangedikt. Bij een opdracht moesten de kandidaten ná een signaal van de makers een envelop openmaken. Ik wist dat iedereen me zag dus maakte ik die envelop alvast half open. ‘Verdorie Rob, die moest nog dicht blijven’, riep de regisseur geërgerd. Iedereen vond me een kneus en dus geen Mol. Toen ik zag dat dit werkte, wist ik: dit gaat wel lukken.’’