Potferdekke, dat ik het zo lelijk moet zeggen, Broeder Dictionarius.
Ik beken, ik heb u onderschat.
U bent natuurlijk bekend met de wereldliteratuur. U bent het alter ego van de Broeder Dictionarius uit De Naam van de Roos, die weer een Alter Ego (dit keer met hoofdletters) was van de grote blinde Borges.
Borges was op zijn manier dus ook een Mol.
U bent een man van de letteren, bekend met het werk van Georges P.
Al 21 jaar dood waart zijn geest nog steeds rond in dit klooster.
Ik weet niet wat het Orakel hier van vindt, maar het raadsel is bij deze inderdaad opgelost.
Straffer dan enig achrosticon, sterker dan afleidende prenten op muren, of spiegelgeschreven doodsbrieven.
Naar de prullenmand der Engelse Rode Haringen.
De schellen vallen van mijn ogen.
Alleen is er nog één klein ietepietig probleem. U kent P., Broeder D. Ik dus ook. Maar zouden de mannen van de zandhengelaars, met al hunne tijd die zij steken in het uitvinden en ontwikkelen van een videomatig feuilleton, La Talpa genaamd, nog tijd hebben om P's meesterwerk te lezen ?
Ik weet hoe ze daar zaten. De tafel was net afgeruimd. Eric Regie, Tom Idee, Bart Zotvanwijven en Hij Wiens Naam Ik Hier Niet Mag Verklappen (niet ik!) zitten samen rond de tafel. Wat doen ze ? Twee Mollenreeksen zitten er al op. Verkocht in menig Buitenland. Buitenland en Geld zijn twee woorden die van Wouter V., baas van de zandhengelaars altijd met een hoofdletter moeten geschreven worden.
Rijk zijn ze dus al. Wat nu. Boomke wies ? (Voor onze Nederlandse vrienden : Whist.)
Een spelletje Risk ? Monopoly ? Neeje, daar gaan ze straks het wereldkampioenschap veldrijden organiseren, zegt Uytterhoeven, die er net is komen bijzitten, even verlost van zijn roodgele besognes. Piet Den Boer en Fi Van Hoof nemen zijn taken even over. Hij dwaalt trouwens, want hij kent niet het fonetische onderscheid tussen Monopoly en Monopoli.
Ze beginnen te palaveren over de derde reeks van De Mol.
Als we ze nu eens allemaal een kokertje gaven met nix in. Om te beginnen. Zien hoe nieuwsgierig ze zijn. Zegt de ene.
Ja, en dan beschieten mannen met motoren en paintballgeweren hen terwijl ze naar een helikopter moeten lopen. Zegt een ander.
We sturen ze toch gewoon naar Venetië, zegt de derde. Ik ben daar ook eens lelijk verloren gelopen.
We geven ze aan aan de politie, suggereert nummer vier.
We kieperen hen vol met rode verf, als ze niet weten hoe laat het is. De eerste weer.
En zo geschiedde het, dat Mol 3 geboren werd.
Maar tijd om Georges P's werk te lezen, die bleef niet over.
De blijde boodschap die net over mij is neergedaald is de volgende : lees niet wat je leest. Er staat immers wat er niet staat.
Het gaat precies om wat er niet staat.
Wat weg is, is geweest, maar komt terug en bezorgt ons niet alleen de absolutie (we zijn toch een kloostergemeenschap) maar de resolutie.
Aldus doende, ben ik bij Zuster Videotheca langs geweest. Tiens, het is daar wel erg rustig. Halfvier des nachts en alles is dan rustig.
Sterk, dat ik nu al het raadsel van de zandvissers ontdekt heb. U vergeve me, maar ik had ook het achrosticonraadsel ontdekt in de vorige reeks, toen we nog elke avond zat aan de toog hingen.
Onze Perzische Broeder De Dumatin is toen wel met de eer gaan lopen, maar hem heb ik hier nog niet ontwaard. Dus zit ik safe, voor een aflevering of zes.
Mijn taak zit er al op. Broeder Klokkenluider heeft zijn taak volbracht. Hij kan nu met een gerust gemoed gaan slapen.
Broeder Dictionarius, verwacht u aan veel bezoek. Ik hoop dat u het desbetreffende werk nog steeds in uw bezit heeft.
Straks vertrekt er een aangetekende postduif met mijn Orakel. Het eerste hok is dat van mezelf. En, neen, Broeder Uwêigen. Ik bedoel echt mezelf.
Dubbel blij kan ik gaan slapen. Het was ook geen Javel. Het was Pitu. Met een accent op de u. Maar mijn klavier (Bach, weet u) kent dat teken niet.
Gaat nu allen heen in vrede.
En ik verzeker u allen dat ik in de komende dagen u allen ook zal deelgenoot maken van mijn ontdekking. Als u allen dat wil. Want eigenlijk is de lol er zo rap af.
Na twee afleveringen begot.