G: Stel nu dat ik hier zeg van, wil je het zijn?
A: Dan denk ik wel dat ik ja zeg. Dat lijkt me nog altijd supertof, maar ook kei moeilijk. Sowieso al, en nu zit je met zo’n extra laag erop. Je hebt zo precies vertrouwen met mensen, allee. Dat wordt voor het ook gaat worden sowieso een heel moeilijke opdracht, denk ik.
A: (over kunnen liegen) Goh, ik ben eigenlijk redelijk eerlijk geweest.
G: Dat lijkt me ook, ja.
A: Ja, ik had ook zoiets van: als ik de mol niet ben, ga ik ook niet doen alsof ik die ben.
G: Je hebt een verleden in de recherche, hè.
A: Ik denk wel dat dat als mol een handige geschiedenis is.